zaterdag 7 mei 2011

brandweer in spagaat

Er zijn ongeveer 22.000 vrijwillige brandweermensen in Nederland. Mensen die bereid zijn bij nacht en ontij uit hun bed te komen en op pad te gaan om de veiligheid van hun omgeving te waarborgen. Ik ben daar één van. En zonder sentimenteel te worden: ik ben daar trots op. Ook bij mij begon het met belangstelling voor het onverwachte, het spannende, daarbij kwam natuurlijk de fascinatie voor het vuur en het potentiële gevaar, maar het is uitgegroeid tot een passie voor het vak. Voor dat u afhaakt: Dit wordt geen jaren-zeventig-spruitjesgevoel-verhaal van hoe goed het vroeger was en dat het allemaal zo moet blijven. Netjuist niet. De brandweer (en daarbij ook de vrijwilligers) moet met de tijd mee. Want, zoals ik iemand hoorde zeggen: 'Het stenen tijdperk ging niet over omdat er geen stenen meer waren maar er kwam iets nieuws.' Wat vrijwillige brandweermensen uniek maakt is dat het geen beroep is wat we uitoefenen, maar een passie. Daarbij wil ik nadrukkelijk stellen dat het woord "hobby" niet de lading dekt. Het is een passie voor het vak en de sociale betrokkenheid bij je directe omgeving. Er is de afgelopen jaren veel veranderd. De eisen die gesteld worden aan vrijwilligers zijn hoger dan vroeger. Opleidingen en trainingen zijn zwaarder geworden. Dat is ook nodig. Met passie alleen kun je dit vak niet uitoefenen. Vrijwillige brandweermensen moeten het vak in ieder geval net zo goed beheersen als de mensen die er hun beroep van hebben gemaakt en omgekeerd.

Zodra er bij de brandweer bezuinigd of gereorganiseerd moet worden ontstaat er, vooral bij de vrijwilligers, beroering. Waarom? Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), tot nu toe bijna de enige en in ieder geval de grootste raadgever van de verantwoordelijke minister, bestaat alleen maar uit bestuurders zoals regiocommandanten. Dit zijn op en top managers, maar moderne management modellen wijzen bijna altijd in de richting van schaalvergroting en reorganisatie. Dat wil zeggen samenvoegen van inspanningen zoals bijvoorbeeld centraal inkopen en uiteindelijk ook samenvoegen van brandweerposten. Geen wonder dus dat minister Opstelten ook keuzes maakt in die richting. Een voorbeeld hiervan is de regionalisering. De minister heeft aangegeven dat de regionalisering door gaat, hoe dan ook. Maar regionalisering betekend ook dat alles geregeld gaat worden door bestuurders vanuit de regio. Die zelfde bestuurders die ook de minister van advies hebben voorzien. De regio die over niet al te lange tijd ook nog samengevoegd gaat worden met andere regio's. Dat betekent: geen enkele lokale binding meer zoals een burgemeester en een plaatselijke wethouder dat heeft. Wat je ook probeert vast te leggen voor de burgers en vrijwilligers in die zin, die binding gaat onherroepelijk verdwijnen. Als je als burger of vrijwilliger vragen of wensen hebt, kun je niet meer bij jou burgemeester of jou wethouder terecht maar alleen maar bij een regiobestuurder, een manager, die niet politiek gebonden is en niets heeft met locale gebondenheid. Dus voor de burger is er, ook politiek gezien, geen enkele invloed meer mogelijk. En dat is nou net de enige mogelijkheid die de burger, en daarmee ook de vrijwilliger, heeft. Daar maken vrijwilligers zich zorgen om. Want laten we duidelijk zijn: die burger dat is die vrijwilliger en die vrijwilliger dat is die burger. De kans is dus groot dat het enthousiasme om brandweervrijwilliger te worden in de toekomst geheel gaat verdwijnen.

Moderne onderzoeken over crisismanagement en fysieke veiligheid geven aan dat net juist die locale binding en zelfredzaamheid belangrijk is. Voorbeeld daarvan: de visie van Ira Helsloot, hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid is: de burger kan niet alles van de overheid verwachten. Burgers moeten meer zelfredzaam zijn en vanuit de buurt veiligheid organiseren. Hij heeft  het over 'community response' en 'Community Response Teams', teams die vanuit de buurt georganiseerd zijn en optreden, zoals in Amerika de Comunnity Emergency Response Teams. CERT. De vrijwillige brandweer is van oudsher ook georganiseerd vanuit locale betrokkenheid en zelfredzaamheid en past daarom naadloos in deze visie. Het is alleen jammer dat de stem van de vrijwilligers niet of nauwelijks is gehoord door de verantwoordelijke ministers de laatste jaren. De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers, (VBV), opgericht in 2006, heeft zich vanaf de oprichting tot nu veel bezig moeten houden met reactief vechten voor bestaansrecht en het opbouwen van dossiers over alles wat er mis ging. Dat is jammer. Die energie had beter gestoken kunnen worden in proactief meedenken over de toekomstige ontwikkelingen.

 Dit is dus de spagaat waarin de brandweer zit. Aan de ene kant het strakke moderne management, aan de andere kant de sociale en locale binding die belangrijk is. Het is te hopen dat minister Opstelten deze spagaat ook ziet. De minister heeft aangegeven dat hij de brandweervrijwilligers van zeer groot belang vind en dat de VBV voor hem een belangrijke gesprekspartner is. De NVBR krijgt voor haar werk van van elke gemeente via de regio's een zogenaamde inwonerbijdrage. (Bedrag per hoofd van de bevolking). Het werk wat de VBV doet wordt op dit moment vrijwel geheel bekostigd door een aantal betalende leden. De vrijwilligers zelf dus, die al naast hun reguliere werk bij nacht en ontij klaar staan voor de samenleving. Ik vrees dat de VBV pas uit die reactieve fase zal komen als ze een serieuze en gelijkwaardige adviseur van de minister is en gelijkwaardige middelen beschikbaar heeft. De VBV wil vast graag actief meedenken over bijvoorbeeld regionalisering, locale binding, innovatie, voertuigbezetting, werving van nieuwe vrijwilligers, en vrijwilligers die door allerlei reorganisatie- en ombuigacties tussen de wal en het schip dreigen te raken helpen en begeleiden. Ik noem maar een paar voorbeelden. De ideeën daarvoor en ook het enthousiasme en de passie die de vrijwilligers kenmerkt zijn er wel. Het is aan minister Opstelten om de juiste beslissingen voor de toekomst te nemen en de middelen om tot de juiste beslisingen te komen beschikbaar te stellen zodat de regionalisering ook voor de vrijwilligers goed uitpakt.

1 opmerking:

Arie zei

Jan een helder en duidend stuk! En zo is het! De VBV die een constante strijd moet voeren tegen afbraak van de vrijwillige brandweer. Daarbij structureel opererend vanuit een underdog positie. Tijden veranderen. Ook de VBV is een lerende organisatie. Met vallen en opstaan maar nimmer het principe verloochent.Tijden veranderen, posities worden heroverwogen en de strategie nog beter dan ooit overdacht en bekeken. Want opereren in dit grillige wereldje waar veel 'remmers in vaste dienst' zaken frustreren uit lijfsbehoud is niet makkelijk. We moeten voorwaarts! Met nieuwe inzichten, met realiteitszin. Maar nooit ten laste van ons kostbare goed: de vrijwillige brandweer! Superstuk Jan! Arie Muller