Op 28 juli oordeelde het college voor de rechten van de mens dat de Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) geen verboden onderscheid op grond van geslacht en leeftijd heeft gemaakt in de zaak die Jorien Traas het college had voorgelegd. Het college oordeelde dat de VVGM wel degelijk indirect onderscheid had gemaakt op geslacht en leeftijd. Maar een verbod hierop geldt volgens de wet niet "als het onderscheid objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel
en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk
zijn (artikel 6 WGB en artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel c,
WGBL)." Vervolgens zegt het college: "Het College stelt in navolging van verweerder als doel van het
onderscheid vast: het garanderen van de veiligheid van slachtoffers,
collega’s en omgeving. Dit doel kan worden beschouwd als de essentie van
verweerders bedrijfsvoering en is dan ook zwaarwegend. Aan het doel is
iedere discriminatie vreemd. Het doel is daarom legitiem."
Een helder, begrijpelijk en te respecteren oordeel.
Toch roept ook deze uitspraak wel een aantal andere vragen op. Vragen die niet door dit college kunnen worden beantwoord omdat ze van een andere orde zijn. Bijvoorbeeld:
De verweerder (VGGM) heeft per 1 april 2014 het Preventief Periodiek Medisch Onderzoek (PPMO) ingevoerd. Daarmee werd het PPMO onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Echter is mevrouw Traas, en met haar veel andere vrijwilligers die moeite hebben met de traplooptest, aangenomen nog voor dat de PPMO is ingevoerd. M.a.w.: in de tussentijd zijn de spelregels veranderd en daardoor vallen mensen die al jaren goed functioneerden ineens buiten de boot. Mensen aan nemen op de voorwaarde dat ze aan deze test voldoen is één ding, daar kun je voor kiezen. Maar wat doe je dan met de mensen die plotseling met deze test worden geconfronteerd en de test niet halen? Zet je die dan gewoon buiten de deur? Het is maar een vraag....
Dan is er nog een ander punt: De traplooptest is een onderdeel van het PPMO waarbij kandidaten met medeneming van twee opgerolde
slangen á 10 kg zo snel mogelijk, doch binnen de grenzen van veiligheid, via
een vaste trap een hoogteverschil van 20 meter moeten overbruggen. Echter: De Stairmaster is een vervanger voor die traplooptest. Die vervanger was nodig omdat niet alle Veiligheidsregio's beschikken over de mogelijkheid om de originele traplooptest uit te voeren. Veel klachten gaan over de Stairmaster op zich en niet over de traplooptest zelf. Veel mensen vinden de Stairmaster gevaarlijk en ervaren
de Stairmaster als heel iets anders dan een gewone trap. Een aantal
Veiligheidsregio's bieden daarom ook beide mogelijkheden aan. Ook blijkt uit een onderzoek wat gedaan is door het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in opdracht van Brandweer Nederland, waar de VGGM onderdeel van uit maakt, (eigen onderzoek dus) dat de Stairmaster van drie geteste alternatieven, de minst geschikte is. Is het dan niet beter om nog eens goed naar die vermaledijde Stairmaster te kijken en hem misschien wel te vervangen door een test waar de mensen zich prettiger bij voelen? Het is maar een vraag....
Het zou de brandweer in Nederland ten goede komen als de organisatie zorgvuldig om zou gaan met haar vrijwilligers. Bijvoorbeeld door nog eens goed naar het hele PPMO te kijken, goed naar iedereen te luisteren en een eerlijke evaluatie te doen. Temeer omdat die vrijwilligers steeds schaarser worden. Ook zou het voor de vrijwilligers en het Vrijwilligerschap goed zijn dat niet iedereen direct de hakken in het zand zou zetten en men elkaar met respect, ook op de sociale media, zou behandelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten