Ergens in de jaren '80 kwam Jack Custers, in het kader van hulpverlening nieuwe stijl, met de inmiddels befaamde "methode Custers". Deze methode is een manier van werken bij het bevrijden van een slachtoffer uit een bekneld voertuig. Bij deze methode bestaat een ploeg uit 6 personen, te weten: een technische ploeg van 2 personen, een gewondenverzorger, een veiligheisman, een chauffeur en een bevelvoerder. De veiligheidsman houd overzicht over de hele inzet, controleert corrigeerd en grijpt zonodig in en bij eventuele gevaarlijke situaties. Deze methode wordt door heel brandweer Nederland toegepast. Met name de rol van de veiligheidsman wordt steeds belangrijker. Immers, moderne autos worden steeds geavanceerder. Denk hierbij aan zaken zoals airbags, gordelspanners en sidebars. Al deze technische maatregelen die het rijden in een auto welliswaar veiliger maken, maken het voor de redder steeds gevaarlijker zijn werk te doen, om van hybride voertuigen nog maar niet te spreken. Er is dan ook niemand die aan het nut van deze veiligheidsman twijfelt.
Een duikteam bij de brandweer bestaat uit 4 personen. Een duiker, een reserveduiker een duikploegleider en een assistent duikploeg (bijv. chauffeur waterongevallenwagen). In artikel 6.16 lid 3 van het arbobesluit staat te lezen: "De reserveduiker verricht slechts duikarbeid bestaande uit het verlenen van hulp aan en het redden van in moeilijkheden geraakte duikers." Ook een soort veiligheidsman dus die waakt over de veiligheid en optreed als de collega onder water in gevaar komt. Ook hier is niemand die twijfelt aan het nut van deze persoon.
Een normale bezetting van een tankautospuit (blusploeg) bestaat uit 6 personen: Een aanvalsploeg van 2 personen, een waterploeg van 2 personen, een bevelvoerder en een chauffeur-pompbediener. Vergeleken bij bijvoorbeeld een hulpverlening is een brandinzet nogal wat complexer. Waar een hulpverlening zich meestal afspeelt rondom bijvoorbeeld een auto, op zeg maar 30 vierkante meter, speelt een brandinzet zich vaak af in gebouwen ter grootte van minimaal een woning. De twee ploegen verdwijnen uit beeld van de bevelvoerder voor bijvoorbeeld een rondom verkenning of een binnenaanval. De bevelvoerder neemt vaak zelf actief deel aan de inzet. De pompbediener is druk met het opbouwen en continueren van de bluswatervoorziening. Niemand die specifiek waakt over de veiligheid van de ploeg. Dat verbaast mij al jaren.
En nu is er de discussie over het aantal personen op een TAS. Een discussie die vanaf de verkeerde kant is gestart. Er moet worden bezuinigd en nu gaan we kijken of we kunnen sleutelen aan de bezetting op een TAS. Als we de discussie starten vanuit het punt veiligheid, -wat eigenlijk zou moeten-, kunnen we alleen maar tot de conclusie komen dat er een persoon méér op een TAS zou moeten. En dan zegt een commandant in Apeldoorn letterlijk: dat het "simpel geld" is die 2 personen minder. Hoeveel is het leven van een brandweerman waard?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten