zondag 23 september 2012

Opkomsttijden


In de brandweertop wordt druk gelobbyd om de opkomsttijden voor de brandweer op de helling te zetten. Waar ook maar mogelijk wordt verkondigd dat de wettelijk vastgestelde opkomsttijden niet meer van deze tijd zijn. En als je dat maar vaak genoeg roept, en daarbij steeds de bijpassende beelden oproept, lijkt het vanzelf een waarheid te worden. Framing heet dat.

In juni dit jaar verscheen in opdracht van de minister van V&J het rapport "Ter Plaatse!" van het IOOV. Het rapport verscheen onder andere op aandringen van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. In dat rapport staat in heldere taal en duidelijke cijfers hoe het is gesteld met de opkomsttijden van de brandweer in Nederland. Het rapport brengt duidelijk de feiten in beeld, en geeft stof tot nadenken. Ook de beleidsreactie van minister Opstelten op dit rapport laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Maar toch: hoe duidelijk een rapport of een notitie ook is, als je er alleen uit haalt wat jou zelf past, dat omzet in je eigen woorden en dat dan bijvoorbeeld weer verteld in een blad wat meer gelezen word dan een droog rapport, klinkt het opeens heel anders. Zo ook in het artikel "Opkomsttijden: wat is te laat?"  in het blad Brand en Brandweer van september 2012. Het artikel is een reactie op het rapport Ter Plaatse. Wat voorbeelden:

Citaat uit het artikel: 'Er staat duidelijk in het rapport dat wellicht een bovenmatig groot belang aan opkomsttijden wordt toegekend'. Letterlijk staat er in het rapport: 'De opkomsttijd moet overigens worden bezien in de context van de gehele kwaliteit van brandweerzorg, anders dreigt overschatting van het belang van opkomsttijd. Het behalen van de tijdnormen moet niet ten koste gaan van de kwaliteit van de gehele brandweerzorg'. Daarin kun je bijvoorbeeld ook lezen dat het inzetten van een SIV of een TAS4 om de opkomsttijd te verbeteren niet mag, omdat dan de kwaliteit (in dit geval de slagkracht), ten koste gaat van het halen van de opkomsttijd. Het is maar hoe je het bekijkt.

Ook staat er in het artikel dat "tijd" en "op tijd" rekbare begrippen zijn. Men noemt daarbij een tweetal woning branden waarbij de brandweer niets meer uit kon richten. Maar er zijn minstens even veel voorbeelden van branden waar het tegendeel wordt bewezen, zoals hier, hier en hier. Inderdaad: tijd en op tijd zijn rekbare begrippen. Maar zegt dat iets over de waarde van opkomsttijden?

En in het kader van: knuffel de vrijwilliger: 'Van Strien benadrukt dat niet de indruk moet ontstaan dat de brandweer de opkomsttijden niet serieus neemt. "het is geen vrijbrief. Absoluut niet" 30.000 vrijwilligers doen hun stinkende best om de burger te helpen. Dat lukt ons, 24 uur per dag. 7 dagen per week. Welke organisatie kan dat zeggen?' Het verband ontgaat me. Wat heeft opkomsttijden met de bereidwilligheid 30.000 vrijwilligers te maken?

Verder wordt gesteld dat de opkomsttijden zijn gebaseerd op oude overtuigingen, zoals de brandkromme, een onderzoek uit de jaren 60 waarbij gekeken werd naar brandontwikkelingen in woningen. Er wordt gesuggereerd dat dit allemaal achterhaald en niet meer relevant is. Maar gezien de vele malen snellere brandontwikkeling van moderne materialen lijkt een snelle uitruk van meer belang dan ooit. 'Een rookmelder kan meer tijdwinst opleveren dan een snelle uitruk'. Ook dat kan waar zijn maar: met een rookmelder blus je geen brand en red je geen personen die zich zelf niet (meer) kunnen redden. Ook is er geen enkele garantie dat elke rookmelder ook een werkende rookmelder is. zie bijvoorbeeld het onderzoek fatale woningbranden. Bovendien is het natuurlijk niet zo dat je de winst die je met rookmelders zou kunnen behalen, zomaar kunt opsouperen aan het oprekken van de opkomsttijden. De winst die je daar zou kunnen maken, moet ten goede komen van de brandveiligheid.

Op geen enkele plaats in het rapport "Ter Plaatse!" wordt ook maar de suggestie gewekt dat de opkomsttijden ter discussie mogen staan. De belangrijkste aanbevelingen van de Inspectie V&J zijn: Dat helder moet worden gemaakt op basis van welke criteria gemotiveerd afgeweken kan worden van de tijdnormen uit het besluit veiligheidsregio's. aldus de site van V&J. Dus niet: hoe rek je opkomsttijden op, maar: wanneer wanneer wijk je gemotiveerd af.

Het hele verhaal lijkt dus niets anders dan framing. En de enige reden voor het steeds maar in twijfel trekken en het willen oprekken van de opkomsttijden die ik kan bedenken, is bezuinigingen. En dat kan nooit een goede reden zijn.

Tot slot nog even de foto die bij het artikel is geplaatst. kijk er eens goed naar. Suggestief, smakeloos. Jammer.

Geen opmerkingen: